• Diagnostiek (vooral voor professionals)
  • Traditionele model (DSM-5, sectie II)
  • Het Alternatieve Model voor Persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5)
  • Diagnostische instrumenten

Diagnostiek   (vooral voor professionals)

Diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen is vaak breed: naast een actuele inventarisatie van klachten en problemen, is het nodig om goed te kijken hoe lang klachten al bestaan en hoe de klachten zich in de tijd hebben ontwikkeld. Persoonlijkheidsstoornissen kennen een brede differentiaaldiagnose met verschillende symptoomstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en stoornissen in het gebruik van middelen. Bovendien komt bij persoonlijkheidsstoornissen vaak comorbiditeit voor, het vaststellen van een andere stoornis sluit niet uit dat er (ook) een persoonlijkheidsstoornis aanwezig is.
 
Hetero-anamnestische informatie en informatie afkomstig uit wat er in het contact tussen hulpverlener en cliënt gebeurt, kunnen belangrijk bijdragen aan een diagnostisch proces. Het is belangrijk de verschillende levensgebieden langs te lopen om een indruk te krijgen van het sociaal-maatschappelijk functioneren. Naast klachten en problemen, worden ook gezonde kanten en beschermende factoren in kaart gebracht.
Wanneer een beschrijvende diagnose is gesteld, is classificeren vaak de volgende stap. Hiervoor zijn verschillende modellen beschikbaar. We beschrijven hier achtereenvolgens het Traditionele model (DSM-5, sectie II)en het Alternatieve Model voor Persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5, sectie III). 


Nieuws

>